’Hoi, ik ben Chris. Ik werk in de horeca als barhoofd, ik ben middenvelder in het bierteam van de plaatselijke voetbalclub en ik woon in het centrum met mijn kat Henk. Daarnaast studeer ik: een hbo-studie Recht,
deeltijd. Ik ben enig kind, ik zorg voor de liefste moeder van de wereld, Tineke. En oh ja, ik ben vrijgezel.
Maar ooit hoop ik de ware tegen te komen. Klinkt leuk toch?! Is het ook. Ik heb een tof afwisselend leven.
Ik heb niks te klagen.’
‘Dit is mijn werkplek; ik sta 40 uur per week achter deze bar. Wat meer verdienen zou leuk zijn, maar dat komt wel als ik mijn studie heb afgerond. Mijn collega’s zijn mijn maatjes. Late diensten zijn pittig, omdat ik ’s nachts nog naar mijn moeder moet. Ik leg haar medicatie en het ontbijt voor de volgende dag klaar en neem haar administratie mee. Vaak ben ik nog gesloopt de volgende dag. Ik mag van mijn baas de pauzes in zijn kantoor zitten om mijn tentamens te leren, maar in de praktijk val ik op zijn bureau nogal eens in slaap.’
’Ze is altijd even lief, mijn moedertje. Kom verder ‘dans la maison du Tineke!’ Ze kan je geen gedag zeggen, want ze kan niet goed praten. Ze heeft afasie door haar hersenbloeding. Elke avond of nacht leg ik alles klaar. Elke middag, voordat ik ga werken, kom ik ook even langs. Ik kook dan alvast haar potje voor ’s avonds. Ze vindt dat ik te veel op mijn bordje heb, maar ze moet toch eten? Ik heb liever dat haar bordje goed gevuld is. Haar gezondheid is broos. Ja, het is verdrietig dat ze zoveel hulp nodig heeft. Erom huilen? Nee, dat niet. Daar heb ik een tijd voor, denk ik.’
‘Die met dat rare staartje, dat is Harm. Met hem studeer ik rechten. Hij werkt ook in het café, maar alleen de weekenden.
Hij biedt altijd aan zijn samenvattingen te delen, omdat ik het zo druk heb. Ook wil hij altijd mijn diensten overnemen als het even slecht met ma gaat. Harm, zeg ik dan, je hebt het zelf ook druk. Help yourself.’
Harm
‘Chris, ben je nu alweer te laat? Nee, ik ben niet weer de overbezorgde Harm. Je moest om zes uur beginnen. Je ziet er niet uit, man. Je lacht als een boer met kiespijn. Shit, moest je met je ma naar het ziekenhuis vannacht? Dit gaat niet goed met jou. Je was ook al niet op school en bij de voetbal. Je hebt het te druk, Chris. Ja, ik weet dat je een doorzetter bent. Maar zoek hulp man. Voor jezelf, voor je moeder. Er bestaat zoiets als thuiszorg. Als je zo doorgaat heeft Tineke niks meer aan je. Dat witte poleerdoekje, wat je in de hand hebt? Gebruik het niet voor de wijnglazen, maar wuif ermee heen en weer. Als noodkreet, want je hebt hulp nodig.