Werkbezoek VWS en VNG aan MEE

2 juli 2025

Op 24 juni brachten beleidsadviseurs van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Vereniging Nederlands Gemeenten (VNG) en de gemeente ’s-Hertogenbosch een werkbezoek aan MEE. Om uit te wisselen hoe domeinoverstijgende cliëntondersteuning in de praktijk werkt en wat het oplevert.

Het recht op onafhankelijke cliëntondersteuning is verdeeld over de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van cliëntondersteuning via de Wmo. De zorgkantoren zijn verantwoordelijk voor cliëntondersteuning van mensen met een Wlz-indicatie. Daarnaast bestaat nog gespecialiseerde cliëntondersteuning voor specifieke groepen met specifieke vragen en voorwaarden. Deze vorm van cliëntondersteuning valt direct onder het Ministerie van VWS. Het is voor inwoners lastig om te weten welke cliëntondersteuning zij nodig hebben bij het vinden van passende zorg en ondersteuning. MEE NL, de coöperatieve vereniging van MEE-organisaties, is daarom een groot voorstander voor de invoering van domeinoverstijgende cliëntondersteuning.

Pilot domeinoverstijgende cliëntondersteuning

Zorgkantoren CZ en VGZ, het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en de gemeenten ’s-Hertogenbosch, Best en Meierijstad zijn samen met MEE De Meent Groep een pilot gestart. Samen onderzoeken zij wat er nodig is om domeinoverstijgende cliëntondersteuning goed te organiseren.

Gedurende maximaal één jaar monitoren en analyseren zij 30 casussen om uiteindelijk te komen tot vervolgafspraken. In die casussen wordt een onafhankelijke cliëntondersteuner met Wlz-expertise ingezet bij cliënten die mogelijk vanuit de Wmo overgaan naar de Wlz. De cliëntondersteuner onderzoekt of de overgang naar Wlz passend is, ondersteunt bij het aanvragen van een Wlz-indicatie en ondersteunt vervolgens ook bij het vinden van passende Wlz-zorg. MEE De Meent Groep werkt al op deze manier, omdat zij in hun regio zowel door gemeenten als zorgkantoren worden ingekocht voor cliëntondersteuning. We bekijken binnen MEE wat er ook in de andere regio’s en andere gemeenten mogelijk is voor mensen met een beperking en hun naasten. Eén vast persoon met de juiste kennis die je kan ondersteunen in de complexe materie van de overgang van de ene naar de andere wet.

Noodzaak wordt gezien

De reacties tijdens de bijeenkomst waren enthousiast en de noodzaak van domeinoverstijgende cliëntondersteuning wordt gezien door alle aanwezigen.

Esther van Tilburg, gemeente ’s-Hertogenbosch: “Het inzetten van de meest passende zorg of de meest passende plek voor de inwoner is waar de gemeente voor staat. In complexe situaties is het nodig dat een cliëntondersteuner meedenkt voor de toeleiding naar bijvoorbeeld de Wet langdurige zorg. Hiermee kunnen schrijnende situaties worden voorkomen, zoals dakloos raken. Helaas levert een Wlz-indicatie niet gelijk passende zorg op vanwege de wachtlijsten. Het is dan nodig dat cliëntondersteuners zicht blijven houden op deze kwetsbare inwoners om ze toe te kunnen leiden naar passende zorg. Je moet juist naast de inwoner blijven staan.”

“Je wil het wegwijzen door ons ingewikkelde zorgsysteem zo soepel mogelijk laten verlopen. De inwoner met een beperking of een naaste moet er niets van merken dat er op de achtergrond wordt gekeken naar het samenbrengen van de juiste kennis.” – Saskia Dulk, Metgezel MEE Samen.

“Het was voor mij als moeder een lange zoektocht naar zorg en ondersteuning voor onze zoon. Voor mij was het erg belangrijk dat voor het regelen van de juiste passende zorg er iemand was die onafhankelijk met ons meedacht. Het belang van gehoord en gezien worden, wordt vaak onderschat.” – Anja van Kuppeveld, ervaringsdeskundige en cliëntondersteuner MEE De Meent Groep.

Het ministerie, de VNG en andere aanwezigen kijken uit naar de resultaten van de pilot medio volgend jaar.