
MEE-blog: Wat zie jij?
Een groot overleg, zo noemen we dat in ons vakjargon, is net afgerond en ik sta nog even met Anita na te praten. Anita is een vrouw van in de 60 waar ik sinds 2 jaar bij betrokken ben. Anita verzamelt, maar noemt dit zelf niet zo.
In de nieuwe DSM wordt haar probleem omschreven als hoarding. Bij Anita komen de volgende vier punten duidelijk naar voren:
1. Ze verzamelt en/of bewaart grote hoeveelheden spullen, die in de ogen van anderen weinig tot geen economische of emotionele waarde hebben.
2. Ze heeft bijzonder veel moeite om afstand te doen van haar spullen of is hiertoe niet in staat.
3. Haar woonruimte is zo vol, dat normaal gebruik niet meer mogelijk is (bijvoorbeeld koken, slapen, douchen, bezoek ontvangen e.d.).
4. Ze lijdt aan stress en wordt ernstig beperkt in het dagelijks leven.
Anita heeft al veel bereikt
Anita geeft aan dat zij vindt dat ze de laatste tijd al veel heeft bereikt. De hulpverleners van het Leger des Heils komen twee keer in de week over de vloer. Er is contact met Yulius (GGZ), elke week belt één van de hulpverleners met Anita en de psycholoog start binnenkort met haar behandeling. Anita heeft gelijk, er is veel bereikt. Twee jaar geleden was er geen hulpverlening, was het huis nog voller en voelde Anita zich ongelukkig. Nu geeft ze aan gaat het best goed met haar, ze heeft minder last van stemmingswisselingen.
Woningbouwvereniging wil actie
Maar de woningbouwvereniging is er klaar mee, zij hebben de afgelopen jaren regelmatig aan Anita gevraagd om haar huis op te ruimen. En dat was inderdaad geen overbodige vraag. Als ik op huisbezoek kom dan moet ik via hink-stap-sprong bij mijn stoel zien te komen, alles ligt vol. Maar de band is er, ik mag binnen komen, de hulpverleners mogen binnen komen. Dat er een probleem is, is duidelijk en een gezamenlijke aanpak is in dit geval ook noodzakelijk. In mijn rol als casusregisseur probeer ik iedereen regelmatig rond de tafel te krijgen om zo samen met Anita de stand van zaken door te nemen om nieuwe stappen te zetten. Maar het effect is in onze ogen klein, het resultaat niet altijd zichtbaar en over doorlooptijden moet je het hier niet hebben.
Nu is er echter weer nieuwe spanning. Tijdens het vorige overleg heeft de woningbouwvereniging aangegeven het huurcontract te willen ontbinden. Anita dreigt op straat te komen te staan. Er is een stap naar de rechter gezet. De advocaat van Anita mag nog stukken aanleveren, maar het zwaard van Damocles hangt. Anita vraagt zich af wat haar staat te wachten? In haar beleving heeft ze veel bereikt. Ze heeft hulpverlening toegelaten, er wordt opgeruimd, wat moet ze nog meer doen om in “haar” huis te mogen blijven. Ze wordt opnieuw wanhopig, weet niet wat ze moet doen en dit zorgt ervoor dat het hulpverleningstraject stagneert.
Wat zie jij?
Natuurlijk is het niet goed dat ze zoveel verzamelt, natuurlijk is het beter dat ze goed voor zichzelf zorgt, want dat kan nu niet. Maar de vraag is wel: hoe kijk jij? Wat zie jij? Wil je een schoon en opgeruimd huis; dan kan ik je nu vertellen dat dat bij Anita nooit zal gebeuren. Wil je dat de hulpverlening betrokken blijft? Dat kan als je meebeweegt. Anita is een bijzondere vrouw, zij vraagt een bijzondere aanpak. Ze past niet in de hokjes die wij als samenleving hebben bedacht.
De bijzondere aandacht bestaat uit; luisteren, aansluiten, meebewegen en soms samen iets opruimen. Anita ziet dat er iets is veranderd in de afgelopen twee jaar, maar wat zie jij?
Herman, MEE-consulent